als een woord van God je hart raakt …

Wie is een beter mens: diegene die geen neiging voelt tot het kwaad of diegene die de neiging tot het kwaad durft overwinnen? Daar loop ik nu al de hele week over na te denken …

Mijn beste vriend pater Tom Buitendijk OCarm zei me dat het hem moeilijker leek niet toe te geven aan (de neiging tot) het kwaad, maar dat de mens die geen neiging voelt tot het kwaad of een heilige of een slappeling is…hoogstwaarschijnlijk het laatste. Wat is dan het beste? Zo zuiver mogelijk door het leven gaan en neigingen tot het kwaad omvormen tot deugden. Ik ben het roerend met hem eens, echter … makkelijker gezegd dan gedaan!

lofzang van Simeon

We hebben nieuwe buren gekregen. Dat moet ik even nuanceren. Het huis van buurvrouw Wil is verkocht. Dit huis ligt een gesloopt pand, een straatbreedte en twee woonhuizen van ons huis. Er komt een ouder echtpaar te wonen. Deze mensen vonden het nodig het huis eerst grondig te verbouwen. Het kavel is best groot voor midden in het dorp, maar in plaats van de ruimte te gebruiken, hebben ze het huis uitgebreid tot op de erfgrens met de buurvrouw (blij dat ik daar niet woon!) Ze hebben hiervoor geen vergunning aangevraagd en er was derhalve ook geen gelegenheid bezwaar aan te tekenen. Bovendien hebben ze een stuk van de achterliggende parkeerplaats gekregen, terwijl de gemeente voortdurend klaagt dat er te weinig parkeerplaatsen zijn en we vorig jaar harde actie hebben moeten voeren om onze bewonersvergunning te kunnen behouden. Saillant detail dat de bewoners aan die kant van de straat geen recht hebben op een bewonersvergunning. Al met al een zeer onterecht en onrechtvaardig verhaal. Maar goed, ik maak me nooit zo druk over wat andere mensen wel of niet hebben. Zelf heb ik niet zoveel nodig en verbaas me vaak over waar mensen denken niet zonder te kunnen, maar onrechtvaardigheid! Daar kan ik wel slecht tegen.

Enfin, ze wonen er nog niet eens want de verbouwing is nog niet klaar, maar ze hebben wel al met alle buren ruzie gezocht. Inclusief Henk. En geloof me, met Henk krijg je niet makkelijk ruzie! Dat stoort me mateloos. Dat je dan blijkbaar meer dan genoeg geld hebt om een duur huis te kopen en te verbouwen, de gemeente steekpenningen kan betalen om zonder vergunning te kunnen (ver)bouwen en jezelf een onrechtmatige parkeerplek toe te eigenen en dan wel de buren in jouw nieuwe woonomgeving aanspreken omdat ze zich volgens jou niet aan de regels houden. Dat stoort mij en dan moet ik mezelf bedwingen om geen kattenkwaad uit te gaan halen. Geen gevaarlijke of écht slechte dingen maar pesterijtjes op het niveau van een aardappel in de uitlaat of een schepje suiker in de benzinetank. Begrijp me niet verkeerd: ik zou dat nooit doen! Maar ik denk er wel aan. Vandaar mijn preoccupatie met de gedachte welk mens in principe béter is …

Marcus 6, 7-13

Op een dag riep Jezus de twaalf bij Zich. Hij stuurde hen er twee aan twee op uit en gaf hun macht om boze geesten te verjagen. Ze mochten niets meenemen voor onderweg, behalve een stok. Geen brood, geen tas en geen geld. Zelfs niet een extra paar sandalen of schone kleren. ‘Als je in een dorp komt,’ zei Hij, ‘zoek dan een huis waar je kunt logeren. Blijf daar tot je weer verdergaat. Maar het kan zijn dat in sommige dorpen niemand je wil binnenlaten en niemand naar je luistert. Ga dan weg en schud het stof van je voeten als een getuigenis tegen hen. Dan moeten zij het zelf maar weten.’ De leerlingen gingen eropuit. Aan allen die zij ontmoetten, vertelden zij dat zij de zonde de rug moesten toekeren. Uit veel mensen verjoegen zij boze geesten. Zij zalfden veel zieken met olie en maakten hen gezond. Marcus 6, 7-13

Hoe minder je hebt, hoe meer je kunt geven. Het lijkt tegenstrijdig, maar toch is het waar. Als je hecht aan zaken, aan geld, raak je eraan verslaafd. Er is alleen nog maar meer en meer en meer. Andere mensen zie je niet (meer), hun noden gaan aan je voorbij. Als je niets hebt, kun je verder kijken. Ben je lichter en meer open. Het is ook aan dit fenomeen te danken dat de rijken steeds rijker worden en het verschil tussen rijk en arm groter en groter.

het is oneerlijk verdeeld in de wereld

Ik had het er met Pavel over (mijn geestelijk begeleider) en hij zei dat ik het beste voor ze kan bidden. Bid voor je vijanden, zoals Jezus ons dat voorgedaan heeft. Nu zijn deze mensen niet mijn vijand, maar ik begrijp wat hij bedoeld. Ik moet hen vergeven voor hun wangedrag, want ze weten niet beter. In hun verslaving aan het grote geld en de daarbij komende macht zijn ze vergeten hoe medemens te zijn. Zoals pater Piet Hoornaert OCarm het schreef in zijn preek over deze lezing: In dàt verlangen dat dus ook Jezus drijft, ligt de betekenis van zijn hebreeuwse naam: “Jeshua, God zal redden”. Hij sprak met dit gezag. Als de officiële instanties Hem afwezen en met doodsbedreigingen op Hem af kwamen, is Hij dat innerlijk gezag trouw gebleven tot op het kruis. Ook daar nog, heeft Hij met datzelfde gezag durven zeggen: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.” God de Vader wilde aan dat verlangen van Jezus gehoor geven en niet straffen, maar juist vergeven.
 
Wanneer we geraakt worden door woorden of situaties die ons ter harte moeten gaan, dan is God rakelings nabij, of dat ons uitkomt of niet. De Duitse mysticus Eckhart zei zevenhonderd jaar geleden al: “Wie God alleen denkt te vinden in de kerk en tijdens zijn vrome gebeden, en niet in zijn werkschuur of bij het haardvuur, heeft er nog niet zoveel van begrepen.” In onze tijd moeten we hetzelfde enigszins anders zeggen: “Wie God denkt alléén te vinden in de kerk en in zijn vrome gebeden, maar niet óók in de medemens, die op zoek naar de zin van zijn leven of naar hulp; óók niet in een medemens die angstig is of gekwetst door pesterijen, onrecht of laster, of óók Gód zelfs niet weet te vinden in de geschondenheid van deze wereld, heeft er nog niet veel zoveel van begrepen”.
*einde citaat*

En als het me allemaal te moeilijk valt dan roep ik de aartsengel Michaël aan. Wie is als God tenslotte? We zijn geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, maar onze eigen vrije wil komt soms (nogal eens) in de knoop met onze goede inborst.

En dan is er ook nog iets met erfzonde …

Voor muziekbegeleiding: met de gittiet. Een psalm van David. Jahweh, onze Heer, Hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde! Laat mij uw glorie bezingen hoog aan de hemel: Uit de mond van kind en zuigeling stemt Gij U een loflied aan, Om uw vijand te verstommen, Uw tegenstanders en haters. Als ik de hemelen zie, het werk uwer vingers, De maan en de sterren, die Gij een plaats hebt bereid: Wat is dan een mens, dat Gij hem zoudt gedenken, Een mensenkind, dat Gij acht op hem slaat? Toch hebt Gij hem haast tot een godheid gemaakt, Hem met glorie en luister gekroond. Gij hebt hem gesteld over het werk uwer handen, En alles aan zijn voeten gelegd: Al de schapen en runderen, En de beesten in het wild; De vogels in de lucht en de vissen in zee, Al wat de paden der zeeën bewandelt. Jahweh, onze Heer, Hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde! psalm 8

Plaats een reactie