Hij zal ons redden

Luister naar wat Ik heb gedaan, of u ver weg of dichtbij woont, erken mijn macht! De zondaars onder mijn volk beven van angst. ‘Wie van ons,’ schreeuwen zij, ‘kan leven in de nabijheid van dit allesverterende, eeuwige vuur?’ Ik zal u vertellen wie hier kan leven: allen die eerlijk en rechtvaardig zijn, die geen winst willen maken door bedrog, die zich niet laten omkopen, die weigeren te luisteren naar hen die moorden beramen en die het kwaad niet kunnen aanzien. Dergelijke mensen zullen worden verhoogd. De rotsen van de bergen zullen hun veilige schuilplaats zijn, zij zullen voedsel krijgen en water naar behoefte. Uw ogen zullen de koning zien in al zijn glorie en zijn uitgestrekte land aanschouwen. U zult terugdenken aan die tijd van onderdrukking, toen de Assyrische aanvoerders buiten uw muren de torens telden en schatten hoeveel de gevallen stad hun zou opleveren. Maar zij zullen binnenkort allemaal weg zijn. Deze harde, gewelddadige mensen met hun onverstaanbare taal zullen verdwijnen. In plaats daarvan zult u een vreedzaam Jeruzalem zien, een plaats waar God wordt aanbeden, een rustige en veilige stad, als een tent die stevig vaststaat. Daar zal de Here ons zijn macht tonen en daar stromen brede rivieren waarop geen vijandelijke schepen te zien zijn. Want de Here is onze rechter, onze wetgever en koning. Hij zal ons redden. Jesaja 33, 13-22

de profeet Jesaja, geschilderd door B. d’Eyck; onderdeel van een drieluik

Ik zocht naar plaatjes van Jesaja, gewoon omdat ik het leuk vind mijn blog te versieren met toepasselijke plaatjes. Ineens viel het me op dat vrijwel alle afbeeldingen van Jesaja een oude man met een baard laten zien. Een snelle zoektocht bevestigde mijn gedachte dat een dergelijk archetype voor een vrouwelijke profeet niet bestaat. Blijkbaar gaat er iets vertrouwenwekkends uit van een oude man met een baard. God wordt meestal ook als zodanig geportretteerd; een oude man met een baard op een wolk. Enfin, dat was iets wat me zo te binnen schoot, niet waarover ik wilde schrijven vandaag 😀

Zelf heb ik heel veel moeite met vertrouwen. Aan de ene kant ben ik van nature een beetje naïef en té goed van vertrouwen. Ik laat zelden iets van mezelf zien, maar alles wat je kunt zien is echt. Ik ben niet in staat net te doen alsof en daarom doe ik meestal maar gewoon niet. Ik zal het even uitleggen: ik voel me niet in staat om aardig te doen tegen iemand die ik niet aardig vind (of waar ik om andere reden een aversie tegen heb) dus deze mensen negeer ik zo goed en zo kwaad als het gaat. Mensen die ik wel aardig vind, of tegen wie ik in ieder geval niks heb, groet ik altijd vriendelijk en als ik niet een al te slechte dag heb, ben ik zelfs nog wel in staat een praatje te maken over de moestuin of muziek of het weer. Veel verder gaat mijn repertoire koetjes en kalfjes niet. En vaak heb ik tijdens het gesprek al spijt dat ik tijd gestoken heb in het gesprek, omdat degene met wie ik spreek zo iemand is die alleen stil is tot ie zelf weer wat kan zeggen of omdat het onderwerp me totaal niet interesseert.

Aan de andere kant vertrouw ik helemaal niemand. Ik ben té vaak beschadigd door mensen die beweerde mijn vriend te zijn en vervolgens een mes in de rug staken. Het is een lastige evenwichtsbalk waar ik me op beweeg …

Al dat wantrouwen komt voort uit zelfhaat. Ik probeer elke dag opnieuw een beter mens te zijn/worden. Ik probeer me niet te ergeren, niet te oordelen, rustig en kalm te blijven maar het lukt me niet. En dat uit zich dan weer in zelfhaat en automutilatie. Waardoor mijn haat alleen maar groeit. Het is een lastige evenwichtsbalk waarop ik probeer te staan …

Ik denk dat ik in mijn hart kan leven in de omgeving van het allesverterende vuur. Ik denk dat ik een rechtvaardig en oprecht mens ben. Ik denk dat ik eerlijk ben en niet uit op winst door bedrog. Ik weet zeker dat ik niet luister naar moordenaars. En ik heb ook erg veel moeite met wegkijken van kwaad. Meer dan eens heb ik mezelf in de problemen gewerkt omdat ik op kwam voor iemand die, in mijn ogen, onrechtvaardig behandeld werd. Het is ook een feit dat ik (tot nog toe) nergens gebrek aan heb, ondanks dat ik al jaren zonder inkomen zit. Ik heb groente en fruit uit de moestuin; daar werken we dan nog voor, maar ik krijg ook van alles mijn kant opgeschoven door aardige, vriendelijke en betrouwbare mensen en meestal precies op het moment dat ik het nodig heb. Daar hoor je me dan ook niet over. God zorgt echt voor mij, zoals je op diverse plaatsen in de Bijbel kunt lezen. bv in Psalm 62: God zorgt voor mijn redding en redt ook mijn eer. Hij is mijn sterke rots. Alleen bij God kan ik altijd schuilen. Hij beschermt mij. Lucas 12: Wees dus in de eerste plaats bezig met het Koninkrijk van God, dan zorgt Hij wel dat je die andere dingen ook krijgt. Mattheus 6: Als God zo goed zorgt voor de bloemen, die vandaag in het veld staan en morgen weg zijn, zal Hij dan niet nog veel beter voor u zorgen? Wat hebt u toch weinig vertrouwen in Hem! I Petrus: Geef al uw zorgen en problemen over aan God, want Hij houdt van u en zorgt voor u. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Vrijwel in elk boek van de Bijbel wordt het genoemd: vertrouw op God en Hij zal voor u zorgen.

Het is jammer dat ik ondanks al Zijn goede zorgen nog steeds zo dwars en eenzaam en depressief ben … of dat Hij me zo gemaakt heeft en niet anders. Ik zou zo graag gewoon willen zijn, net als andere mensen. Gewoon door het leven gaan zonder de ellende te zien, zonder me druk te maken over van alles en nog wat en iedereen, vol vertrouwen dat anderen het beste met mij en de wereld voor hebben en vooral, vooral, zoveel vertrouwen te hebben dat ik me niet voortdurend hoef af te vragen of … wat … hoe … maar dat mijn vertrouwen in de wereld een gegeven zou zijn, zoals ik vermoed dat het bij andere mensen werkt. Zou ik dan minder eenzaam zijn? Zou ik dan minder vervuld zijn van zelfhaat? Zou ik dan meer open durven zijn en niet altijd al mijn gevoel overal onder verstoppen? Ik weet het niet. Ik vraag het me serieus af. Ik haal weer eens extra diep en extra bewust adem en zoek de stilte die ik zo verschrikkelijk hard nodig heb en waar in deze wereld zo belachelijk weinig van te vinden is.

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Ogen die door de zon heen kijken
Zoekend naar de plek waar ik woon
Ben jij beeldspraak voor iemand
Die aardig is, of onmetelijk ver,
Die niet staat en niet valt
En niet voelt als ik,
Niet koud en hooghartig

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Hier is de plek waar ik woon
Een stoel op het water,
Een raam waarlangs het opklarend weer
Of het vallende duister voorbij vaart
Heb je geroepen hier ben ik

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Ik zou een woord willen spreken
Dat waar en van mij is
Dat draagt wie ik ben,
Dat het houdt,
Ik zou een woord willen spreken
Dat rechtop staat als mens die mij aankijkt en zegt
Ik ben jouw zuiverste zelf,
Vrees niet, versta mij, ik ben, ik ben

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Ben jij de enige voor wiens ogen
Niet is verborgen van mijn naaktheid
Kan jij het hebben,
Als niemand anders,
Dat ik geen licht geef, niet warm ben,
Dat ik niet mooi ben, niet veel
Dat geen bron ontspringt
In mijn diepte
Dat ik alleen dit gezicht heb,
Geen ander.
Ben ik door jou, zonder schaamte,
Gezien, genomen,
Oor niemand minder?
Zou dat niet veel teveel waar zijn?
Zou dat niet veel teveel waar zijn?

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Huub Oosterhuis

Plaats een reactie