Afgelopen Zondag speelde ik orgel in de kerk die ik steeds meer als mijn parochiekerk ga ervaren, al ben ik er slechts invalorganist en woon ik niet binnen de parochiegrenzen. In principe mag je een voorkeursparochie opgeven, maar omdat ik getrouwd ben kan dat alleen als we allebei díe parochie als voorkeur aangeven. De kerk beschouwt ons nu eenmaal als een eenheid en we kunnen niet de een bij de ene en de ander bij de andere parochie horen. Misschien echoot daar nog iets van twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen….ik weet het niet en trouwens daar wilde ik het helemaal niet over hebben.
De tweede lezing van afgelopen Zondag was best een ingewikkelde, maar ik vind het wel een zeer krachtige en overtuigende tekst. Het komt uit de brief (van een onbekend auteur) aan de Hebreeën. Het lijkt erop dat de titel van dit Bijbelboek verzonnen is. In navolging van de brieven aan de Galaten en de brief aan de Romeinen, beide geschreven door Paulus, heeft deze brief hoewel geen afzender toch een geadresseerde gekregen. Nergens staat dat de schrijver zich richt tot de Hebreeën (wat overigens gewoon een andere benaming is voor het Joodse volk om hen te onderscheiden van de andere volkeren bv de Filistijnen. Of was het toch misschien een aanduiding van een (andere, betere) sociale klasse?) Het wordt nergens echt duidelijk gemaakt dus ook hier zijn weer vele interpretaties mogelijk.
Enfin, Zondag wilde ik daar dus al over schrijven maar er kwam weer van alles tussen. Vrijdagochtend ging bij ons de telefoon. Dat is een hele gebeurtenis, want dat gebeurd niet vaak. Het was de tuinbuurvrouw die journalist is. Of ze me mocht interviewen voor de krant. Ze schreef een serie artikelen over cijfers en zocht daar bijzondere mensen bij. Ze was toe aan de laatste, nummer acht en wilde graag mij daarvoor interviewen. Ik stond even stomverbaasd in de spiegel te kijken….ik heb niks met het cijfer acht maar ik zag meteen een lemniscaat voor me. Dus ik vroeg of ik de acht een kwartslag mocht draaien? Dat mocht en het zette direct de sfeer voor het interview. Het artikel heet Evenwicht in oneindigheid en staat aanstaande zaterdag in het Noord-Hollands Dagblad, mét foto 🙂 Volgende week zal ik het op dit blog publiceren, voor de mensen die het NHD niet kunnen bemachtigen.

Denk aan Hem die zoveel heeft doorstaan, zodat je niet verzwakt of onverschillig wordt. Hij heeft verdragen dat slechte mensen vreselijke dingen van Hem zeiden. Maar u hebt nog niet op leven en dood tegen de zonde gestreden. U bent zeker vergeten hoe God u als zijn kinderen moed gegeven heeft. Hij zei: ‘Denk niet licht over de tucht van de Here, mijn zoon. Laat de moed niet zakken als de Here u terechtwijst. Want daaruit blijkt dat Hij van u houdt. Als Hij u slaat, blijkt dat u zijn zoon bent.’ Laat u door God opvoeden, Hij behandelt u als zijn kinderen. Hebt u ooit gehoord van een kind dat niet gestraft werd? Als God u niet terechtwijst, wanneer u het nodig hebt, betekent het dat u niet zijn kind bent. Vroeger, toen wij nog kinderen waren, kregen wij straf van onze natuurlijke vaders en wij hadden respect voor hen. Moeten wij ons dan niet nog veel meer onderwerpen aan de opvoeding van onze geestelijke Vader? Dan pas zullen wij leven. Onze natuurlijke vaders hebben ons een aantal jaren naar hun beste weten opgevoed. Maar God weet pas echt wat goed voor ons is, Hij voedt ons op om ons te laten delen in zijn volmaaktheid. Niemand vindt het prettig terechtgewezen te worden, op het moment zelf worden wij er alleen maar verdrietig van. Maar later zien wij dat het toch goed is geweest, de terechtwijzing heeft ons geholpen mensen te worden die goed doen en vrede brengen. Steek dus de handen uit de mouwen en ga stevig op uw benen staan. Zet bij het lopen uw voeten recht neer, anders verstuikt u uw kreupele voeten en die moeten nu juist genezen. Probeer de vrede met uw medemensen te bewaren en leef als afgezonderd voor de Here, anders zult u Hem nooit zien. Let erop dat niemand van u de genade van God aan zich voorbij laat gaan. Er mag geen verbittering onder u komen, want als dat gebeurt, zullen velen erdoor aangestoken worden en zijn de gevolgen niet te overzien. Hebreeën 12, 3-15
Ik moest denken aan de uitspraak: God snoeit ons niet om ons pijn te doen. Daarmee wordt gezegd dat wat God doet een bedoeling heeft. We weten misschien op dit moment nog niet wat de bedoeling is en het zoeken ernaar kan zeer vermoeiend en frustrerend zijn, maar we mogen niet opgeven. Als Job blijven geloven in Gods barmhartigheid en blijven zoeken naar dat raam dat Hij geopend heeft toen die deur werd gesloten.
Gods handelen is altijd liefde Ook als wij Hem niet begrijpen.
De evangelielezing die na de lezing uit Hebreeën werd gelezen kwam uit Lucas: Hij reisde verder naar Jeruzalem. Onderweg, in de steden en dorpen, sprak Hij met de mensen. Iemand zei tegen Hem: ‘Here, er komen zeker niet veel mensen in Gods koninkrijk?’ ‘De deur naar de hemel is smal,’ antwoordde Jezus. ‘Doe uw uiterste best er binnen te komen. Want vele mensen zullen het tevergeefs proberen. Nadat de huiseigenaar de deur gesloten heeft, zal het te laat zijn. Dan zult u buiten blijven staan. En als u aanklopt en smeekt: “Here, doe de deur voor ons open,” zal Hij zeggen: “Ik ken u niet.” “Maar we hebben samen met U gegeten en gedronken. U hebt in onze straten gesproken.” En Hij zal antwoorden: “Ik zeg het nog eens: Ik weet niet waar u vandaan komt. Ga weg! U hebt niet willen doen wat God zei.” U zult huilen en knarsetanden als u ziet dat Abraham, Isaak en Jakob en alle profeten in het Koninkrijk van God zijn, maar u zelf niet. Uit alle delen van de wereld zullen mensen plaatsnemen in het Koninkrijk van God. En let op: sommigen die nu vooraan staan, zullen dan met de laatste plaats genoegen moeten nemen.’ Luc. 13, 22-30

Vaak begrijp ik niet waarom bepaalde lezingen bij elkaar zijn gezet, maar deze twee lezingen passen wel uitstekend bij elkaar. De deur naar de hemel, of de weg naar God, het is maar waar je naar zoekt en wat je belangrijker vindt, het is een moeilijke weg en het is een open deur. Het is een groot zoeken en tegelijkertijd een eenvoudig vinden. Ik zie dat verschil vaak als ik met Henk over God praat. Voor hem is dat zo makkelijk en simpel en niks om over na te denken of over te piekeren. Voor mij is het een eeuwig zoeken en vragen. En toch komen we op hetzelfde uit: God is liefde.
Mijn vriend pater T.F. Buitendijk OCarm preekte over deze lezing het volgende:
Gerechtigheid is het belangrijkste woord in de joodse godsdienst, de godsdienst van Jezus. Het is daarom ook een kernwoord voor mensen die Jezus willen volgen. Jezus voegt aan het kernwoord gerechtigheid het woord liefde toe.
Gerechtigheid is de ander zo behandelen dat hij tot zijn recht kan komen.
Liefde is de gezindheid waar mee jij naast de ander gaat staan.
Als wij christen genoemd willen worden, dan moeten we ons tot het uiterste inspannen om uit liefde een medemens tot zijn recht te laten komen.
Ook al zijn gerechtigheid en liefde grondwoorden van ons christelijk geloof, toch moeten we er rekening mee houden dat ook andere godsdiensten of geestelijke stromingen hun mensen aanzetten om deze woorden concreet waar te maken.
De profeet Jesaja zegt : Uit alle volkeren en talen zal God mensen kiezen die zijn hemelse glorie mogen aanschouwen.
We kunnen in de hemel onze randkerkelijke familieleden of buren tegen komen, humanisten en atheïsten, mensen uit de Islam of het Boeddhisme. Ook onder hen zijn er mensen die gedreven door liefde opkomen voor gerechtigheid en vrede.
De enigen die we daar zeker niet zullen zien zijn de mensen die zich beter wanen dan een ander, die menen meer rechten te hebben, die anderen een beter leven ontzeggen. Deze groep wordt in ons land steeds groter.
Gaan er nu velen of weinigen door de nauwe deur naar de hemel?
Jezus zegt ons: Zorg dat jezelf op koers blijft, in het voetspoor van Jezus.
Wat er met de anderen gebeurt, laat dat maar aan de Vader in de hemel over. Alleen God weet hoeveel mensen, kerkelijk en onkerkelijk, links en rechts, christen en niet -christen, godsdienstig of seculier zich gedreven voelen om zich met liefde in te zetten voor de gerechtigheid. En wie er gered worden? God is de Enige die daarover gaat.

De interviewer zei iets tegen mij over naar de hemel gaan en vroeg mij toen met een besmuikt lachje: jij denkt zeker dat ik daar nooit terecht kom? Gelukkig ga ik daar niet over! Ik doe mijn best zelf een beetje zuiver door het leven te gaan en zo min mogelijk mensen (en andere dieren) te beschadigen. Hopelijk is het genoeg om in de hemel te komen, later. Maar ik zou nooit zo pretentieus zijn te denken dat ik meer recht heb op een plek in de hemel dan de ander of de ander de plek in de hemel te ontzeggen. Ieder mens heeft zijn eigen ellende en vreugde en gaat daar op de voor hem beste manier mee om. Sommige mensen worden door pijn en tegenslag enorm akelig tegen de medemens en een ander hoor je niet klagen. Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Als je bij Mij wil horen, moet je stoppen met voor jezelf te leven. Je moet elke dag het kruis opnemen en Mij volgen. Lucas 9, 23 En gelukkig krijgen we ook elke dag opnieuw de kans het goede te doen!
Maar wij weten dat God eerlijk zal rechtspreken over álle mensen die zulke dingen doen. Denken jullie soms dat júllie daaraan zullen kunnen ontsnappen? Jullie veroordelen wat andere mensen doen. Maar intussen doen jullie dezelfde dingen als zij! Denken jullie soms dat Gods liefde, vriendelijkheid en geduld zó groot zijn, dat Hij júllie slechtheid wel door de vingers zal zien? Jullie begrijpen niet dat juist Gods liefde jullie leven wil veranderen. Dat jullie juist dankzij Hem willen gaan leven zoals Hij het wil. [ Dus dan ga je niet door met slechte dingen doen. ] Rom. 2, 2-4
Laat het oordelen dus maar aan Hem over. En wees vriendelijk tegen onaardige mensen; zij hebben het het hardst nodig!
