PSALM 69 (Eén van mijn 150 lievelingspsalmen)
Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De lelies’.
Verlos mij, o God, want het water is tot aan de ziel gekomen. Ik ben gezonken in bodemloze modder, waarin men niet kan staan; ik ben gekomen in de waterdiepten en de vloed overspoelt mij. Ik ben moe van mijn roepen, mijn keel is ontstoken; mijn ogen zijn bezweken, omdat ik steeds hoop op mijn God.
Wie mij zonder reden haten, zijn talrijker dan de haren van mijn hoofd; wie mij willen ombrengen en om valse redenen mijn vijand zijn, zijn machtig geworden; wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven. O God, Ú weet van mijn dwaasheid, mijn schulden zijn voor U niet verborgen.
Laat door mij niet beschaamd worden wie U verwachten, Heere, HEERE van de legermachten; laat door mij niet te schande worden wie U zoeken, o God van Israël. Want ter wille van U draag ik smaad, schande heeft mijn gezicht bedekt.
Een vreemde ben ik geworden voor mijn broeders, een onbekende voor de kinderen van mijn moeder. Want de ijver voor Uw huis heeft mij verteerd; al de smaad van wie U smaden, is op mij gevallen.
Ik weende, terwijl mijn ziel vastte, maar het werd mij tot allerlei smaad. Ik deed een rouwgewaad aan als mijn kleed, maar ik werd hun tot een spreekwoord. Wie in de poort zitten, praten over mij, ik ben een spotlied van wie sterkedrank drinken.
Maar wat mij betreft, mijn gebed richt zich tot U, HEERE; er is een tijd van welbehagen, o God, vanwege Uw grote goedertierenheid; verhoor mij in de trouw van Uw heil. Ontruk mij aan het slijk en laat mij niet wegzinken, laat mij gered worden van wie mij haten, en uit de waterdiepten.
Laat de watervloed mij niet overspoelen, de diepte mij niet verslinden, de put zijn mond boven mij niet sluiten.
Verhoor mij, HEERE, want Uw goedertierenheid is rijk; zie mij aan naar Uw grote barmhartigheid. Verberg Uw aangezicht niet voor Uw dienaar, want de angst benauwt mij; verhoor mij spoedig. Nader tot mijn ziel, bevrijd haar; verlos mij omwille van mijn vijanden.
Ú kent mijn smaad en mijn schaamte en mijn schande; allen die mij benauwen, zijn U bekend. Smaad heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak; ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet, op troosters, maar ik heb ze niet gevonden.
Ja, zij hebben mij gal als mijn voedsel gegeven, in mijn dorst hebben zij mij zure wijn laten drinken. Laat hun tafel voor hen tot een strik worden en voor hun gasten tot een val.
Laat hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien; doe hun heupen voortdurend wankelen. Stort over hen Uw gramschap uit, laat Uw brandende toorn hen treffen. Laat hun tentenkamp verwoest worden, in hun tenten geen bewoner zijn. Want wie Ú geslagen hebt, vervolgen zij, en zij spreken spottend over de smart van wie U verwondde. Voeg misdaad bij hun misdaad, laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden.
Ik echter ben ellendig en lijd pijn; laat Uw heil, o God, mij in een veilige vesting zetten. Ik zal Gods Naam loven met gezang en Hem met dankzegging groot maken. Het zal de HEERE aangenamer zijn dan een rund of een jonge stier met hoornen en gespleten hoeven. Als de zachtmoedigen dit zien, zullen zij zich verblijden; u die God zoekt, uw hart zal leven.
Want de HEERE hoort de armen, Hij veracht Zijn gevangenen niet. Laten hemel en aarde Hem loven, de zeeën en al wat daarin krioelt. Want God zal Sion verlossen en de steden van Juda herbouwen; daar zullen zij wonen en het bezitten. Het nageslacht van Zijn dienaren zal het in erfelijk bezit krijgen; wie Zijn Naam liefhebben, zullen daarin wonen.
Deze psalm kwam van de week langs in mij ochtendgebed. Ik weet niet meer precies wanneer, gister of eergister. Vanochtend misschien? Ik voelde deze psalm heel diep, alsof het speciaal voor mij voor deze dag voor deze tijd geschreven is. Dat kon die psalmdichter toch maar! Teksten schrijven die zó intrinsiek menselijk zijn dat ze duizenden jaren later in een zoveelste vertaling nog steeds herkenbaar zijn en emotie oproepen. En tegelijkertijd troost biedt, want gedeelde smart is halve smart. Overigens heb ik dat altijd een zeer eigenaardige fenomeen gevonden gezien gedeelde vreugd dubbele vreugd brengt. En laat het maar aan de mens over om zoiets onlogisch waar te laten zijn! Maar daar gaat het nu niet over. Natuurlijk was de psalmdichter, waren de psalmdichters geïnspireerd door de heilige Geest maar niettemin een prestatie van wereldformaat.

Toen ik van de week bij mijn moeder was, lag ik op de bank een Donald Duckje te lezen en zij zat naar oude foto’s te staren. Ze herkent de mensen, de situatie of de plek van de foto niet meer. Ze staart er maar wat naar. Alleen toen er een foto van mijn vader langskwam, liet ze mij die zien en zei: sssssssst! Leo slaapt. Je mag hem niet storen. Mijn vader lag inderdaad op dezelfde bank waar ik op dat moment lag en hij had zijn ogen gesloten. Het is niet uitgesloten dat hij daadwerkelijk sliep toen de foto werd genomen; hij deed graag een middagdutje op voornoemde bank. Mijn moeder die vroeger nooit stilzat, altijd een handwerkje, een boek of iets dergelijks in handen had als ze ergens zat. Maar meestal rondliep met tonnen, emmers, pannen, pleisters en weet ik veel wat nog meer, altijd onder luid gezang of gevloek, net hoe haar stemming was. Nu zit ze daar op haar stoel, kijkt wat naar buiten, bladert wat door een tijdschrift en zingt luid mee als ik wat piano speel voor haar. De sonate van Mozart KV 331 het eerste deel is haar favoriet. Elke variatie bestaat uit twee herhalingen, de eerste keer dat ik speel neuriet ze zachtjes en de tweede keer zingt ze hardop pompompom. Ik ben blij dat ik dat voor haar kan doen. Altijd als ik piano voor haar heb gespeeld, lijkt ze daarna even een klein beetje helderder…..maar dat kan ook mijn perceptie zijn natuurlijk. https://youtu.be/8aTdpcPA7S8
Enfin, ik dacht waar maak ik me eigenlijk druk om? Moeder die altijd zoveel gedaan heeft en zoveel levens heeft aangeraakt, op welke manier dan ook maar, ze zit nu op haar stoel en geniet van het uitzicht. Ze uit zich niet of nauwelijks meer. Als ik zeg hier wat drinken of hier wat eten dan gaat het naar binnen. Ik wijs soms op een plaatje in een tijdschrift of lees wat voor, kleine, grappige stukjes. Waarom zou ik me druk maken over hoe mijn leven is? Waarom struikel ik over kiezelsteentjes op mijn weg terwijl ik zo gemakkelijk langs reuzekeien zeil? De kost gaat voor de baat uit. Eerst maak ik me druk en dan kan ik uitrusten, maar als ik nu al in de gelegenheid ben om uit te rusten, waarom zou ik me dan druk maken? Wat als ik de kosten voor mijn baat allang heb gedaan? Ik mág genieten van mijn baat: het zorgen voor mijn moedertje, het werken in de moestuin, het spelen in dan eens die en dan eens die kerk en bovenal mijn leven met Henk.
Vanochtend in de hangmat lag ik zo lekker naar de regen te luisteren dat ik écht geen zin had om op te staan. Ik lag wat na te denken over kosten die voor de baat uitgaan en aan het verhaal van die zakenman die op een tropisch eiland komt en met een visser in gesprek komt.
Het afkomstig uit de bestseller ‘The Why Café’ van John P. Strelecky.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………
‘Wel, deze zakenman nam vakantie om even op te laden. Hij boekte een vlucht naar
een verre bestemming en maakte daar geregeld wandelingen door een klein dorpje. Na
een paar dagen viel hem op dat één van de vissers uit het dorp opvallend gelukkig en
tevreden leek te zijn. Dat maakte hem nieuwsgierig en toen hij de volgende dag de visser
opnieuw zag, sprak hij hem aan en vroeg hem wat hij overdag zoal deed. De visser
antwoordde dat hij elke dag begon met samen met zijn vrouw en kinderen te ontbijten.
Daarna gingen zijn kinderen naar school, vertrok hij om te vissen en ging zijn vrouw
schilderen. Als hij na een paar uur voldoende vis had voor die dag ging hij terug en deed
een dutje. Na het avondeten wandelde hij dan samen met zijn vrouw naar het strand om
naar de zonsondergang te kijken, terwijl hun kinderen in zee zwommen.
De zakenman was stomverbaasd. “Doet u dat elke dag?” vroeg hij.
“Eigenlijk wel”, sprak de visser. “In grote lijnen is dit wel zo’n beetje mijn leven.”
“En elke dag vangt u vis?” vroeg de zakenman.
“Ja, er is veel vis”, antwoordde de visser.
“Zou u meer vis kunnen vangen dan die paar die u voor het avondeten nodig hebt?”
vroeg de zakenman.
De visser keek hem aan en glimlachte. “Oh, ja. Ik vang vaak meer dan ik nodig heb,
maar die laat ik weer zwemmen. Ik vind het gewoon heerlijk om te vissen.”
“Maar waarom gaat u niet een hele dag vissen en probeert dan zoveel mogelijk te
vangen. Die vis zou u dan kunnen verkopen om geld mee te verdienen. Na een tijdje zou
u zelfs een tweede boot kunnen kopen en nog later een derde, zodat u nog meer vis kunt
vangen. Na een paar jaar zou u een kantoor in de stad openen en ik wed dat u binnen
tien jaar een grote visexporteur kunt worden.”
De visser vroeg met een glimlach. “Maar waarom zou ik dat doen?”
“Nou, voor het geld natuurlijk”, zei de zakenman. “U zou erg rijk worden zodat u kunt
gaan rentenieren.”
“Maar wat zou ik dan moeten doen als ik met pensioen ben?” vroeg de visser, nog
steeds glimlachend.
“Wel, wat u maar wilt natuurlijk’, sprak de zakenman.
“Zou ik dan kunnen ontbijten met mijn familie?”
“Ja, bijvoorbeeld’, zei de zakenman, licht geïrriteerd dat de visser zijn enthousiasme
niet deelde.
“En zou ik, gewoon omdat ik het leuk vind, elke dag een beetje kunnen gaan vissen?”
hield de visser vol.
“Ik zie niet in waarom niet”, vond de zakenman. “Er zal tegen die tijd wel niet meer
zoveel vis zijn als eerst, maar een paar visjes zul je nog wel kunnen vangen.”
“En zou ik dan ’s avonds met mijn vrouw over het strand kunnen wandelen, terwijl
we de zon onder zien gaan? En zouden onze kinderen kunnen zwemmen in de oceaan?”
informeerde de visser.
“Zeker, wat u maar wilt. Hoewel uw kinderen dan natuurlijk al volwassen zullen zijn.”
De visser keek de zakenman aan en knikte hem vriendelijk toe. Toen gaf hij de man
een hand en wenste hem toe dat hij snel zou herstellen’
De belangrijke zaken van het leven. De belangrijkste zaken van mijn leven: Henk, Reinier, muziek, de moestuin. Bovenal natuurlijk God. Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven? Mat. 6, 26 En het is waar. Overal horen we over extreme droogte en dreigende voedseltekorten en daaruit volgende hongersnood…maar wij hebben dit seizoen een monsteroogst gehad! Nooit eerder aten we zo rijk en zo overvloedig tomaten, pruimen, aardbeien. En dat naast alle andere zomergroente. De voorraadkast puilt uit van alle conserven en de vriezer is vol. Gewoon vol punt. We kunnen onze rijkdom ook nog delen met vrienden en gasten. Er is geen buur in de straat die nog niks uit onze tuin heeft geproefd. En dan heb ik het nog niet eens over alle bloemen die ik overal verspreid en uitgedeeld heb. Dát is rijkdom. Dát is delen! Natuurlijk, we werken er hard voor, maar de kost gaat voor de baat uit. En er is niets mooiers dan rijkdom te delen zodat het meer wordt. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd, weet u nog? 😉

En om mijn voornemen me niet meer zo druk te maken kracht bij te zetten, heb ik initiatief genomen om ons huwelijksbootje weer varend te krijgen. Systeemtherapie voor relaties, ik raad het iedereen aan. Het is een soort APK voor je huwelijk/relatie. Na maandenlang dezelfde ruzie was ik het goed zat. Het was duidelijk dat Henk en ik elkaar niet meer verstonden. Ik had, of eigenlijk: we hadden een tolk nodig! Gelukkig wist ik er eentje dichtbij en ze kwam. De gesprekken zijn zeer verhelderend en omdat er iemand bij zit die bijstuurt en het onderwerp vasthoudt, voorkomt dat we afgeleid worden of afglijden naar een ruzie kunnen we écht naar elkaar luisteren. En het helpt! Niet alleen omdat we elkaar (weer) kunnen verstaan en (weer) lief voor elkaar (kunnen) zijn, maar vooral omdat de druk van de ketel is. Als iedere keer dat er een probleem rijst of een scheet dwars zit uitloopt op ruzie, durf je op het laatst niks meer tegen elkaar te zeggen. Op dat punt waren we inmiddels belandt. We wisselden geen andere zinnen meer dan de gewone gemeenplaatsen (heb je lekker geslapen? kom je eten? wil je nog thee? dat soort dingen). Nu de druk van de ketel is (en we misschien wel geleerd hebben hoe we die ketel zelf kunnen ventileren) durven we weer over andere dingen te praten en is de sfeer in huis een stuk opgeruimder.

Psalm 37 Een lied van David.
Wees niet jaloers op oneerlijke mensen, op mensen die zich niets aantrekken van God. Want ze verdwijnen net zo snel als gras, als gras dat verschroeit in de zon.
Vertrouw op de Heer en doe wat goed is. Wees trouw aan de Heer, dan zul je altijd veilig in het land wonen. Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem. Dan zal Hij je geven wat je van Hem vraagt. Vertrouw je hele leven aan Hem toe. Dan zal Hij in alles voor je zorgen. Hij zal altijd voor je opkomen. Dat is net zo zeker als dat het ’s morgens weer licht wordt en de zon hoog aan de hemel zal komen te staan. Wees stil en verwacht alles van de Heer.
Wees niet jaloers op mensen bij wie alles goed lijkt te gaan, en bij wie alle misdadige plannen lijken te slagen. Word niet boos of jaloers. Boosheid en jaloersheid doen alleen maar kwaad. Onthoud dat het met slechte mensen uiteindelijk slecht zal aflopen. Maar de mensen die op de Heer vertrouwen, zullen het land bezitten.
Nog maar even en dan zijn ze er niet meer, die mensen die zich niets van God aantrekken. Zelfs ieder spoor van hen is verdwenen. Maar de mensen die willen leven zoals de Heer het wil, zullen het land bezitten. Ze zullen altijd in vrede kunnen leven.
Mensen die zich niets van God aantrekken bedenken altijd manieren om kwaad te doen. Ze zijn kwaad van plan tegen de mensen die leven zoals God het wil. Ze bedreigen hen. Maar de Heer lacht hen uit. Want Hij weet al hoe het met hen zal aflopen.
Ze trekken hun zwaard en spannen hun boog om onschuldige mensen te doden. Maar hun zwaard doodt henzelf. Hun boog wordt gebroken.
Het is beter om arm te zijn maar eerlijk, dan rijk te zijn en slecht. Want de Heer breekt de macht van de mensen die zich niets van Hem aantrekken. Maar Hij helpt de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij zorgt voor de mensen die op Hem vertrouwen.
Hun eigen stuk grond zal voor altijd van hen blijven. In moeilijke tijden komen ze niets tekort. Als er hongersnood is, hebben ze genoeg te eten. Maar het loopt slecht af met de mensen die zich niets van God aantrekken. Net zoals het vet van de offerdieren in rook opgaat en verdwijnt, zo zijn ook de vijanden van de Heer straks verdwenen.
Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug. Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug. Voor hén is de Heer goed en ze erven het land. Maar de anderen worden door Hem vervloekt en worden vernietigd. Als je leeft zoals de Heer het wil, geniet Hij van je en helpt Hij je.
Stel dat je valt, dan grijpt Hij je hand, want Hij zal je redden.
Ik heb al veel meegemaakt in mijn lange leven. Maar ik heb nog nooit gezien dat een goed mens aan zijn lot werd overgelaten, of dat zijn kinderen moesten bedelen om brood. Een goed mens geeft altijd, uit medelijden. Ook zijn kinderen zijn goed voor andere mensen.
Blijf ver bij het kwaad vandaan en doe het goede. Dan zul je altijd veilig wonen. Want de Heer houdt van rechtvaardigheid. Hij laat zijn vrienden nooit in de steek. Hij zal altijd voor hen zorgen. Maar de familie van slechte mensen zal later niet meer bestaan. Maar de mensen die leven zoals Hij het wil, zullen voor altijd op aarde leven. De aarde zal van hen zijn.
Mensen die leven zoals God het wil, zijn wijs en wat ze zeggen, is goed en rechtvaardig. Gods wet is in hun hart en ze houden vastbesloten daaraan vast. De mensen die zich niets van God aantrekken, loeren op mensen die leven zoals God het wil. Ze willen hen doden. Maar de Heer levert hen niet aan hen uit. Als een onschuldig mens voor de rechter moet komen, zorgt Hij ervoor dat hij niet veroordeeld wordt.
Vertrouw altijd op de Heer. Wees Hem altijd gehoorzaam. Dan zal Hij je eren en het land aan je geven. En je zal zien dat er van de slechte mensen niets overblijft.
Ik kende eens iemand die zich niets van God aantrok. Hij was een slecht mens. Eerst ging het heel erg goed met hem. Hij groeide en groeide, als een woekerplant. Maar zo snel als hij eerst groeide, zo snel was hij ook opeens weer verdwenen. Ik zocht hem, maar hij was nergens te vinden.
Let op de mensen die God dienen. Want met hen loopt het uiteindelijk goed af. Maar de mensen die God ongehoorzaam zijn, worden uiteindelijk vernietigd en gedood.
Maar de Heer redt de mensen die leven zoals Hij het wil. Hij beschermt hen in moeilijke tijden. De Heer helpt hen en redt hen, omdat ze op Hem vertrouwen. Hij redt hen van de mensen die zich niets van Hem aantrekken.
Ik schreef het al eerder: er is een psalm voor elke gelegenheid, een psalm voor elke dag! En keer op keer bewijst mijn relatie met Henk mij een eerder genoemde platitude: gedeelde smart is halve smart en gedeelde vreugd is dubbele vreugd. Altijd als er iets gebeurd, of het nou heel akelig is of fantastisch, mijn eerste gedachte is steevast dat moet ik met Henk delen! En aangezien ik van nature introvert ben en het liefste alles binnen houd, bewijst die aandrang van mij aan mij het beste dat mij in mijn leven is overkomen mijn huwelijk met Henk is. Het staat ieder vrij hier een andere conclusie aan te verbinden, maar dit is die van mij! Wij zijn verbonden en we houden elkaar overeind. Soms met vallen en opstaan, maar ook in een relatie gaan de kosten voor de baat uit!
