Ik kijk graag naar programma’s waarin mensen naar een huis zoeken. Of hun huis gaan verbouwen. Je kent ze vast wel: home improvement, amazing interiours, kinderen kopen een huis, tiny house nation, escape to the country (=droomhuis op het platteland), huizen onder de hamer. Ik weet niet precies waarom, maar ik vind het leuk die mensen te volgen op zoek naar hun droomhuis en dan te vergelijken met mijn eigen smaak en mening. Meestal wil ik iets heel anders dan er uiteindelijk beslist wordt, maar wellicht is dat ook wel de charme van dit soort reality tv. Bij Tiny House Nation, waarmee mijn interesse voor dit soort programma’s is begonnen, kan ik me soms enorm verbazen (tot zelfs ergeren aan toe) dat mensen altijd lopen te klagen over de minimale ruimte die ze krijgen aangeboden. Hallo!!! Je gaat in een TINY house wonen, tiny betekent piepklein! Misschien toch wel handig als je je eerst even verdiept in waar je aan begint. Opmerkingen over een te kleine badkamer, te weinig opslagruimte en te lage plafonds veeg ik dan ook moeiteloos van tafel. Het enige waar ik in mee kan gaan, zijn opklapbedden. Als ik in een tiny house zou gaan wonen (en ja, dat zou ik gráág doen, maar ik heb een heel fijn huis waar ik heel prettig woon met mijn lieve echtgenoot die er niet aan moet dénken om tiny te gaan wonen) zou ik absoluut een loft (een open zolder, een vide) willen hebben. Daar kan ik dan slapen en mijn slaapspullen lekker laten liggen. Ik moet er niet aan denken iedere dag mijn bed weer af te halen in de ochtend om het in de avond weer terug op te maken. Dat vind ik een legitieme klacht.
…dacht ik terwijl ik de tarp oprolde en mijn beddengoed, bestaande uit een slaapzak, een fleecedekentje en een kussen, in de dekenkist vouw en mijn hangmat oprol. Want ik doe dat al jaren elke dag! En ik heb me er nog nooit aan geërgerd! Ik erger me er wél aan als ik er later op de dag achter kom dat ik vergeten ben mijn hangmat op te ruimen. Het is maar net met welke ogen je kijkt. Dat geldt voor zoveel dingen! Het is maar net met welke ogen je kijkt.

Ik was bijvoorbeeld eens met een parochiedagje mee op reis door Brabant waar we allerlei kerken bezochten en een tentoonstelling van religieuze kunst en daarna natuurlijk ergens lekker eten en drinken, zoals dat hoort als je dagjes uit gaat. In de tentoonstelling hing een kruisbeeld met niet een lijdende Jezus, maar Jezus als Koning eraan. Ik vond dit een aanstootgevend beeld, omdat ik die twee dingen graag gescheiden houd. Ik ben sowieso van de dingen gescheiden houden. In mijn hoofd is het moeilijk om de lijdende Christus te verenigen met de opgestane Christus. Misschien denk ik wel té lineair, maar voor mij is het duidelijk dat de lijdende Christus vóór de opgestane Christus komt. Een andere parochiaan was helemaal waus van dit beeld, Ze vond het zó prachtig en zó mooi en zó verhelderend. Ik vroeg haar natuurlijk waarom, en zij legde uit dat in dit beeld voor haar de opgestane Christus tot leven kwam. Nooit eerder had ze verder kunnen denken dan de lijdensweg van Goede Vrijdag. Natuurlijk had ze Pasen gevierd in haar leven en wist ze van de Opstanding en het verheerlijkt Lichaam en dat Christus ons voor is gegaan en voor ons een plaats klaarmaakt, maar de werkelijkheid ervan, het geloof erin, dát werd bij haar pas levend bij het zien van dit beeld. Op dat moment vond ik haar maar vreemd praten, maar later werd het me duidelijk. Zij keek met andere ogen. Wil ik graag de dingen gescheiden houden om hun verband te kunnen zien, kijk ik meer naar het grote plaatje en meer van afstand, voor haar (geloof) was het van belang het verband tussen die dingen heel duidelijk te maken door ze heel direct met elkaar te verbinden.

20 november 2022 vieren we in de Rooms-Katholieke kerk het Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal. Toen ik afstudeerde als kerkmusicus schreef ik mijn scriptie over dit feest, of eigenlijk over het Gregoriaans geplaatst op nieuwe feesten. Dit moet ik even uitleggen. Het Gregoriaans, de officiële muziek van de kerk, is opgeschreven tussen 800 en 1000. Daarvoor werd het allang gezongen en mondeling van leraar op leerling overgebracht. Sommige ingewikkelde stukken werden middels neumen, kleine kriebeltjes boven de tekst die aan moeten geven hoe de melodie verloopt maar niets zeggen over toonhoogte of ritme. Paus Gregorius de Grote gaf opdracht alle gregoriaans te verzamelen en te unificeren. Zo is het Gregoriaans ook aan zijn naam gekomen, maar dit terzijde. Na het jaar 1000 zijn er nog legio feesten aan de rk-kalender toegevoegd en om de continuïteit te waarborgen moest er ook op deze feesten Gregoriaanse muziek (kunnen) klinken. Gelukkig is het in de RK-kerk al eeuwenlang traditie om melodieën her te gebruiken door er een andere tekst op te plaatsen. Ik kijk dus naar dit feest met ogen van kennis en ergernis, want ik ben zo lang met die scriptie bezig geweest dat ik het feest eigenlijk nooit meer wil vieren. Terwijl de meeste parochianen het blij tegemoet zien want het is de laatste Zondag van het kerkelijk jaar en de eerstvolgende Zondag is de eerste Zondag van de Advent en dus is het bijna Kerst! Genoeg reden voor een feestje 🙂

Het is derhalve van belang dat ik begrijp dat als ik met mijn eigen ogen kijk, ik andere dingen zie dan andere mensen die ook met hun eigen ogen kijken. Op het moestuinencomplex waren er nogal wat tuintjes dit jaar die niet bijgehouden werden. Elk jaar zijn er natuurlijk mensen die geen of te weinig tijd voor de tuin hebben, maar dit jaar viel het extra op. Niet alleen omdat er relatief veel nieuwe mensen bij waren gekomen, maar ook omdat er gewoon veel tuinen niet bijgehouden werden. Het was misschien niet een uitzonderlijk mooie zomer, maar de moestuin heeft een monsteroogst opgeleverd! Jammer dat de nieuwe mensen er niet van hebben kunnen profiteren omdat ze toch mooi-weer-tuinders bleken te zijn. Laatst waren we op de tuin en hebben we even een inspectierondje over het hele complex gedaan. Leuk om te kijken waar mensen mee bezig zijn en wat ze laten liggen. We vinden onze eigen tuin natuurlijk het allermooist en het beste ingericht, maar zeggen we dan tegen elkaar, we mogen onze professionele manier van tuinieren niet vergelijken met deze liefhebbers (amateurs) En dan lachen we elkaar een beetje beschaamd en toch ook trots toe, want we vinden onze eigen tuin écht het mooist! Maar ach, dan komen we erachter dat die ene man zijn tuin niet heeft bewerkt dit jaar omdat hij het altijd samen met zijn vrouw deed en die is begin dit jaar overleden. En die andere mevrouw, ruim in de 80, die altijd met de rollator op de tuin komt en nauwelijks geholpen wordt door haar kinderen, die is van de trap gevallen en heeft een been gebroken. En die man recht tegenover ons aan de andere kant van de sloot heeft zes weken lang in het buitenland gezeten voor zijn werk….geen wonder dat het gras bijna boven de appelbomen uitgroeit! Zo zie je maar weer: elk huis heeft zo zijn eigen kruis te dragen. Niet oordelen, maar proberen Simon van Cyrene te zijn voor de mensen.
En zij dwongen een voorbijganger, Simon van Cyrene, die van de akker kwam, de vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. Marcus 15, 21

Proberen te kijken dus met andermans ogen. Misschien wel de moeilijkste en de mooiste opdracht die we in dit leven kunnen krijgen. Pas als je met andermans ogen kunt kijken en kunt voelen wat de ander voelt, pas dán kan er werkelijke empathie en begrip groeien. En dat is het begin van VREDE.