Het is de eerste week van de Advent. Dinsdagochtend had ik voor het eerst mijn gebedsgroepje weer bij elkaar (sinds de laatste dinsdag van oktober) Na afloop krijgen we dan altijd een kopje koffie met een koekje in de pastorie, niet alleen lekker maar ook gezellig en het brengt wat leven in de brouwerij….eh….pastorie! Want sinds onze parochie geen priester meer heeft, is het toch lastig om de saamhorigheid te behouden. Het gesprek kwam al gauw op het Onze Vader want hoewel in het speciale gebedenboekje wat ik heb laten maken voor dit Adventsgebed de nieuwe vertaling van het Onze Vader staat, zijn de meeste bidders in mijn gebedsgroepje nog steeds gewoon de oude vertaling van het Onze Vader te bidden. De nieuwe vertaling stamt uit begin 2018 en is een resultaat van jarenlang onderhandelen en praten en zoeken naar een mogelijkheid om in heel de Nederlandstalige kerkprovincie (Nederland en Vlaanderen) hetzelfde Onze Vader te bidden. Maar wat de kerk niet helemaal begrepen heeft, is dat volksdevotie en gewoontes niet uit te roeien zijn door er iets anders voor in de plaats aan te bieden. Een paar mensen uit mijn gebedsgroep zijn gehecht aan de oude versie van het (katholieke) Onze Vader en hebben vooral moeite met de verandering van “Breng ons niet in bekoring” naar “Breng ons niet in beproeving”. Ik kan me er wel iets bij voorstellen; bekoring heeft iets actiefs over zich, er is een keuzemoment waarin je kunt kiezen om de bekoring uit de weg te gaan en beproeving klinkt toch veel meer als iets wat je overkomt en waar je geen zeggenschap over hebt. Het maakt mij verder niet zoveel uit. Dat is niet helemaal waar, in het begin had ik ook moeite met die zin (in de nieuwe versie) maar ik heb er veel over gesproken en gedacht en ik ben er inmiddels aan gewend geraakt. Dat gezegd hebbende vind ik het juist mooi als iedereen zijn eigen versie bidt en al die gebeden door elkaar gaan klinken.
Of zich in stilte voltrekken: in de Waddenkerk waar ik in de zomer nogal eens op de orgelbank zit, kerkt een gezin met een dove dochter. Meestal zitten ze precies daar waar ik ze kan zien zitten vanachter de orgelbank. Bij het Onze Vader kan ik het niet nalaten te nekken: moeder en dochter bidden samen het Onze Vader in gebarentaal. Prachtig vind ik dat!

Toen ik me aan het voorbereiden was op mijn doop, leerde ik standaard katholieke teksten/gebeden zoals de geloofsbelijdenis, het Wees gegroet, Maria en natuurlijk het Onze Vader. Op de lagere school (ik ging naar de School met den Bijbel) leerde ik de protestantse versie en nu moest ik wennen aan de katholieke. En een paar jaar na mijn doop kwam de nieuwe vertaling in omloop, dat was ook weer even een dingetje. Naar aanleiding van de verschillen die mij opvielen, ben ik toen vertalingen van het Onze Vader gaan verzamelen.
Us Heit yn de himel,
lit Jo namme hillige wurde,
lit Jo keninkryk komme, lit jo wil dien wurde
op ierde likegoed as yn`e himel,
Jou ús hjoed ús deistich brea
en ferjou ús ús skulden,
sa’t ek wij ús skuldners ferjûn hawwe;
en lit ús net yn fersiking komme,
mar ferlos ús fan ‘e kweade,
Want Jowes is it keninkryk en de kreft
en de hearlikheid oant yn ivichheid. Onze Vader in het Fries
Eén van de verschillen die mij altijd opvallen is dat de een bidt op aarde zoals in de hemel en de ander in de hemel zo ook op de aarde. Het maakt me in de war….moeten we nu streven naar een aarde die er net zo uit ziet als de hemel? Of is het in de hemel zoals het op aarde zou moeten zijn? Ook hier weer het verschil tussen actief en passief. Misschien is dat wel wat God van ons vraagt: al onze passiviteit omzetten in activiteit, geloof omzetten in daden. Dan is het wellicht even belangrijk onze activiteit om te zetten in passiviteit, ik weet niet precies hoe dat er dan uit komt te zien. Maar het voelt alsof het klopt. Zoals ik vaak zeg: iedereen moet elke dag een half uur bidden, behalve als je het erg druk hebt. Bidt dan een uur!
Vaak hoor ik mensen klagen dat God altijd als Vader wordt aangesproken. Zelf heb ik daar niet zoveel problemen mee. In Genesis 1, 27 staat En God schiep den mens als zijn beeld. Als het beeld van God schiep Hij hem; Man en vrouw schiep Hij hen. Waar ik niet anders dan uit concluderen dat God man én vrouw is, anders had hij ons nooit zo kunnen scheppen! Dat ik Hem graag aanspreek als Vader is omdat ik bij het woord vader veilige associaties heb. Vader is voor mij beschermer, held, drager, helper, trooster, warmtebron. Ik kan niet ontkennen dat dat gevoel iets te maken heeft met mijn gevoel voor en naar mijn éigen vader. Ik kan me voorstellen dat iemand met een akelige vader meer moeite heeft God met Vader aan te spreken. Zeg dan maar Moeder. Echt, mij maakt het niet uit. En ik denk dat het God ook niet uitmaakt! Zoek een naam voor God die je past, zou ik willen zeggen. Voel je je het allerveiligst en heb je alle voorgenoemde connotaties bij het woord hond, noem God dan zo! Zoek het woord in jouw taal waarmee je Hem aan wilt spreken en Hij zal er voor je zijn. Geen twijfel in mijn hart.

Ik kreeg van mijn oudste zus een (nieuw) kleurboek met Bijbelverzen. Speciaal voor dit blogje kleurde ik als eerste het gebed dat Jezus ons zelf leerde. Er is nog veel meer te schrijven en te denken over dit gebed. En hopelijk vind ik binnenkort meer woorden om over elke zin een blogje te schrijven. Stay tuned!

Bonustrack: Pater Noster van Albert de Klerk. (misschien wel de mooiste versie van het gezongen Pater Noster)