Psalm 45

Het was John Lennon die zei: “Life is what happens to you while you’re busy making other plans” Zo voelde de laatste week van 2022 voor mij. Dit blog over psalm 45 wilde ik al schrijven op 20 december. Die dinsdag hadden we voor het laatst gebedsgroep voor de Advent en lazen we psalm 45. Dingen vielen me op aan die psalm en de plaatsing ervan en daar wilde ik over schrijven. Ik kom daar vandaag pas aan toe. Tussen 20 december en vandaag heb ik nog twee kerstconcerten gegeven met “mijn” fanfarekorps, twee kerstvieringen gespeeld in de kerk, ben ik een keer of vier met mijn Moeder op stap geweest. En heb ik mijn hond begraven.

Reinier kwam bij ons wonen in 2011 en was oprecht de liefste hond die ik ooit heb gekend. Hij was veel te groot en te lomp voor zijn karakter en joeg (bijna) iedereen de stuipen op het lijf, gewoon door zijn uiterlijk. Maar hij was een schatje. Elf jaar lang is hij mijn beste vriend geweest en ik was te druk met rouwen om te schrijven of iets anders te doen. Vanmiddag gaan we naar het asiel om een andere hond te adopteren. Reinier is onvervangbaar, maar het concept hond-in-huis kan ik vrij gemakkelijk aanvullen want helaas zitten er nog steeds heel veel dieren in de opvang te wachten op adoptieouders. En ik weet zeker dat Reinier het een heel goed idee vindt dat we een ander dier gunnen want we hem gegeven hebben.

Reinier ❤

Psalm 45: Voor muziekbegeleiding; op de wijze van: “Leliën” Van de zonen van Kore; een minnelied. Een heerlijk lied ontwelt aan mijn hart, Ik wil den Koning mijn zang doen horen; Mijn tong is als een vlotte pen: Gij zijt de schoonste onder de kinderen der mensen, Aanminnigheid ligt op uw lippen, Zo heeft God U voor eeuwig gezegend. Gord uw zwaard om de heupen, o held, Omkleed U met glorie en luister; Vol moed op uw ros voor waarheid, onschuld en recht! Uw rechterhand lere U machtige daden; Scherp zijn uw pijlen: volkeren liggen onder uw voet, ‘s Konings vijanden ontzinkt de moed! Uw troon staat vast in de eeuwen der eeuwen, Uw koningsschepter is een schepter van recht; Gij hebt de gerechtigheid lief, maar haat de boosheid. Daarom heeft Jahweh, uw God, U gezalfd Met vreugde-olie als geen uwer broeders; Al uw kleren geuren van mirre, aloë en laurier. Uit ivoren paleizen juichen de harpen U toe, Koningsdochters staan onder uw schonen; Daar treedt de Koningin aan uw rechter in ofir-brocaat! Hoor, Dochter! Zie, en neig uw oor, Vergeet uw volk en het huis van uw vader: Laat de Koning uw schoonheid begeren; Breng Hem uw hulde, want Hij is uw Heer! Dan komt de dochter van Tyrus tot U met geschenken, En zoeken de rijkste volken uw gunst. Enkel lieftalligheid ligt op het gelaat der koninklijke Dochter, Met goud doorweven is haar ornaat; Over bonte tapijten wordt zij voor den Koning geleid, Als bruidsmeisjes volgen haar de vriendinnen; En onder gejuich en gejubel Trekken zij in het paleis van den Koning! Dan worden in plaats van uw vaderen U zonen geboren, En Gij stelt ze over heel de aarde tot koningen aan. Zij zullen uw Naam doen gedenken Van geslacht tot geslacht; En volken zullen U prijzen Voor eeuwig en immer!

Ondanks dat de psalmen geschreven zijn van 1000 tot 150 voor Christus, worden ze toch vaak christologisch uitgelegd. Dat wil zeggen dat de koning in de psalm meestal gezien wordt bedoeld als Jezus. En in het geval van psalm 45 is het natuurlijk en bijna vanzelfsprekend dat de Koningin, de Dochter, de schoonste onder alle vrouwen als Maria gezien wordt. Ik vind dat intrigerend vooral omdat we Maria altijd zien als een eenvoudig meisje die nederig en volgzaam de boodschap van de engel Gabriël aanvaardt. In deze psalm wordt de Koningin toch vereerd en bezongen, ze is de schoonste, de mooiste, de beste van alle mensenkinderen. Ze is behangen met sieraden en prachtige, met goud doorweven kleren en ze loopt over bonte tapijten. Oftewel, ze wordt als Koningin binnengehaald en behandeld.

de engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria

Natuurlijk komt dat Haar toe; immers is Zij de enige met een zo intieme relatie met God. Het rozenkransgebed begint niet voor niets met het aanroepen van Maria als Dochter van God de Vader, Bruid van God de Geest en Moeder van God de Zoon. Maar altijd wordt haar nederigheid en eenvoud als Haar grootste deugd aangemerkt. Nederigheid overigens, heeft een zeer negatieve klank in onze samenleving. Het klinkt alsof je jezelf minder doet voorkomen dan je bent, alsof je jezelf wegcijfert en onder de maat houdt. Het tegendeel is waar, eigenlijk. Nederigheid betekent veel meer dat je je plaats weet en dat je daar tevreden mee bent. Dat je op de plaats die God je heeft aangewezen je uiterste best doet die taak zo goed mogelijk te volbrengen. Nederigheid vergt vooral zelfkennis en zelfkritiek. Het is hard werken om alleen al die plaats te vinden en te accepteren en vervolgens ook nog ontzettend hard werken om aan de verwachtingen te voldoen.

Maria, moeder van God én onze moeder

Ik was uitgenodigd bij de kerstviering van de basisschool Timotheüs, de school van de Gereformeerde Gemeente. Het is een kleine school, 10 leerlingen en 3 leerkrachten. Eén van hun bovenbouwleerlingen heeft bij mij orgelles en ging in deze kerstviering voor het eerst de gemeente begeleiden. Hij was daarover best zenuwachtig en vroeg zijn meester of zijn orgeljuf erbij mocht zijn. Gelukkig kreeg ik toestemming. Het was een hele ervaring! Dat kan ik wel vertellen. Het viel me op dat zelfs in deze zeer strikte kerkgemeenschap ook veel aandacht is voor Maria. Eigenlijk meer dan in de “gewone” protestantse kerk. Natuurlijk niet zo uitgebreid en met veel tierelantijnen als in de katholieke kerk, maar dat hoort bij de denominatie. De gergemmers (zoals ze genoemd worden onder kerkmusici) zijn specialist in het nederig zijn. Hun hele leven is gericht op de plek die God hen heeft gewezen en hoe die zo goed mogelijk in te vullen. Het is een zeer hechte gemeenschap ook waar de mensen ook echt voor elkaar zorgen. Ik zeg altijd dat er veel mensen zijn die zich Christen noemen, maar deze mensen zijn het echt. Natuurlijk zijn er ook bij deze mensen dingen mis; we zijn tenslotte allemaal maar gewoon mensen met al onze fouten en zonden en moeilijkheden, maar er is iets in deze gemeenschap wat me heel erg aanspreekt. Zelfs ik, als katholiek met armen vol tatoeages en met een denkhoofd vol (in hun ogen) rare ideeën, word daar welkom geheten. Ik ben welkom, ook omdat ik net als zij, Jezus aanvaard als mijn Redder en ze hopen en proberen me te overtuigen dat hun visie de beste is en dat ik me toch vooral tot hun geloof moet bekeren als ik gered wil worden. Sommige mensen zouden dat als lastig en opdringerig ervaren, ik voel alleen de liefde die erachter/eronder zit. De grootste uitdaging voor mij is het niet-ritmisch zingen van de psalmen! Ik moet dan denken aan een oudere mevrouw die vroeger bij ons op het dorp woonde en altijd tegen Moeder zei dat ze voor haar zou bidden, want ze was een goede vrouw maar niet in de Heere. Ik vermoed dat ze zo ook over mij denken, misschien iets milder omdat ik wél in God geloof. Maar dan, niemand kan van een ander weten wat en hoe te geloven. Alleen God ziet in het hart van de mens en weet. Voor ons is het allemaal een raadspelletje…

De katholieken steken hun bewondering en liefde voor de heilige Moeder Gods Maria nooit onder stoelen of banken. De uitspraak is dat de atheïst geworden katholiek zegt: God bestaat niet en Maria is Zijn Moeder. Heel veel mensen, gelovig en ongelovig, stappen graag een (katholieke) kerk of kapel binnen om even een kaarsje aan te steken. Laatst was er een heel gezin in de kapel van de kleine Johannes toen ik binnenstapte voor mijn gebed voor vrede in de wereld. Op mijn uitnodiging mee te bidden voor vrede zeiden ze een beetje teleurgesteld dat ze ongelovig waren, maar wel voor wereldvrede! Ik heb nog geprobeerd ze duidelijk te maken dat het voor God echt niet uitmaakt, wel of niet gelovig en dat ze met het aansteken van een kaarsje eigenlijk ook al gebeden hadden, maar het mocht niet baten. Soms lijkt het wel of mensen bang zijn dat ik ze zal veroordelen als ze toegeven niet in God te geloven, maar ik ben nooit zo snel. Ik hoop alleen dat ik door mijn vasthoudendheid in gebed en door het openlijk praten over God en Jezus en Maria ergens iets van een zaadje gezaaid wordt dat misschien hopelijk ooit eens tot bloei zal komen…

In de Gezangen voor Liturgie (het liedboek voor de katholieke kerk in Nederland) staat psalm 45 in de hertaling van Ida Gerhardt, zij doet helemaal niet moeilijk over het al dan niet christologisch uitleggen van de psalmen en ondanks dat Haar naam niet genoemd wordt begrijpt iedere kerkganger dat deze psalm voor Maria is. Wij zingen hem dan ook op vrijwel elk Mariafeest. En ook tijdens de Advent komt deze psalm regelmatig langs.

Antifoon Boven mensen uit draagt Gij Uw schoonheid. God heeft U gezegend voor immer.

  1. Koningsdochters zijn onder uw schonen, statig, rechts van u, uw gemalin in het glanzende goud van Ofir. Antifoon
  2. Luister, jonkvrouw, zie op, geef gehoor; zo de koning uw schoonheid begeert- hij, uw heer, buig u voor hem neder Antifoon
  3. Geroepen weet ik mij uw naam geslacht op geslacht te doen leven; zo mogen de volken u loven van thans tot in eeuwigheid Antifoon

Plaats een reactie