Vanochtend was ik de knoflook aan het schoffelen. Want Henk was nog niet helemaal klaar met groenbemester zaaien en ik was al wel klaar met het zaaien van koriander, kervel en anijs. Ik moest dus even een ander karweitje vinden om de tijd te vullen tot we weer naar huis zouden gaan (als Henk klaar was) en ik had al bedacht wat we gingen eten. Winterbloemkool!!! Zo leuk dat die planten de hele winter onder een stuk gaas maar een beetje stom staan te staan en dat ze zodra er een beetje meer licht komt in bloei schieten en prachtige bloemkolen voor ons maken. De witlofkuil is leeg en de vriezer bijna, dus ze zijn meer dan welkom!

Terwijl ik zo aan het schoffelen was, bedacht ik dat ik een nieuw blog was begonnen een jaar of twee geleden omdat ik geen zin meer had om over de moestuin te schrijven. En nu schrijf ik zo een beetje over het daag’lijks leven en gaat het toch wel heel vaak over de moestuin. Dat komt omdat de moestuin mijn daag’lijks leven is. Zo een beetje. Ik sta op, kleed me aan, laat de hond uit, lees het blogje van Koert, ruim de hangmat op, geef mezelf en de hond ontbijt en dan gaan we naar de tuin. Vrijwel elke dag. Er is altijd wel wat te doen. En als we een keertje thuis blijven of we na een kort bezoek direct weer terug naar huis gaan, vul ik de laatste tijd die lege tijd meestal met schrijven. Omdat mijn handen niet erg mee willen werken en ik spelen tot een minimum beperk. Eigenlijk moet ik twee lezingen schrijven voor de orgelworkshop die ik 13 mei ga geven (D.v.) maar ik wil nu eens iets anders schrijven dan over de moestuin.
Koert heb ik een jaar ofzo geleden gevonden, volgens mij hier op WordPress. Later hebben we elkaar bevriend op Vriendenplek (een alternatief voor Facebook) Koert noemt zichzelf een nar. En dan in de meest positieve zin van het woord: hij wil de mensen de waarheid brengen op een vermakelijke manier. Eerst woonde hij in een caravan en toen in een huifkar en nu zeilt hij op een boot door Friesland. Hij schrijft elke dag een stukje en ik lees dat dan. Ik (be)leef zijn leven een beetje by proxy. Ik wil ook door het land reizen op een zeilboot met een hond en een paar ezels. Maar blijkbaar wil ik dat niet genoeg om het ook daadwerkelijk te doen. … Moos kan natuurlijk gewoon mee; die gaat overal met me mee naar toe! Maar ik voel me verantwoordelijk voor andere mensen en zaken die ik niet zomaar in de steek wil laten. Daarom (en om nog een paar redenen) lees ik het blog van Koert en geniet ik daar extra van.

Zaterdagochtend ga ik meestal naar mijn zus en dan doen we Bible Journaling. Volgens mij heb ik al eens uitgelegd wat dat is. Ik vind het ontzettend leuk om te doen. Het bijzondere vind ik dan weer dat zij heel andere dingen maakt bij dezelfde tekst als ik. Afgelopen zaterdag hadden we Markus 5, 1-20 behandeld.
Zij kwamen aan de overkant van het meer in het gebied van de Gerasenen. Jezus was nog maar net aan land gestapt of er rende een man op Hem toe die een boze geest in zich had. Hij woonde tussen de rotsgraven en was zo sterk dat niemand hem in bedwang kon houden. Men had hem vaak aan handen en voeten gebonden, maar hij rukte de kettingen en boeien dan gewoon stuk. Niemand kon iets met hem beginnen. Dag en nacht zwierf hij rond tussen de graven en ging ook vaak de bergen in. Hij liep altijd te schreeuwen en sloeg zichzelf met scherpe stenen. Toen hij Jezus zag aankomen, rende hij op Hem toe, knielde voor Hem neer en schreeuwde: ‘Waarom bemoeit U Zich met mij, Jezus, Zoon van de Allerhoogste God? In Gods naam, doe mij geen pijn!’ Want Jezus had tegen de boze geest gezegd: ‘Duivelse geest! Ga uit die man weg!’ En Hij vroeg de geest ook naar zijn naam en die antwoordde: ‘Legioen heet ik, want wij zijn hier met velen.’ En hij smeekte: ‘Jaag ons niet ver weg! Wij willen in deze buurt blijven!’ Nu liep er op de helling een grote kudde van zoʼn tweeduizend varkens eten te zoeken. De boze geesten smeekten: ‘Laat ons alstublieft in die varkens gaan! Stuur ons daar maar in!’ Jezus vond dat goed. De geesten kwamen uit de man en gingen in de varkens. Op hetzelfde moment stormde de hele kudde de helling af, het meer in. Ze verdronken allemaal. De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden overal wat zij hadden meegemaakt. Van alle kanten kwamen mensen naar Jezus toe om te zien wat er gebeurd was. Zij zagen de man die een boze geest had gehad. Hij had nu kleren aan en was volledig bij zijn verstand. Zij werden bang. De mensen die het hadden gezien, vertelden hoe de boze geesten uit de man in de varkens waren gegaan. Nu ze allemaal wisten wat Jezus had gedaan, vroegen zij Hem dringend weg te gaan. Hij ging weer in de boot. De man die bezeten was geweest, zei dat hij graag met Hem meewilde, maar Jezus vond dat niet goed. ‘Ga naar huis,’ zei Hij, ‘naar uw familie en vrienden en vertel hun wat God voor u heeft gedaan, hoe goed Hij voor u is geweest.’ De man ging weg en vertelde overal in de provincie Dekapolis wat Jezus voor hem had gedaan. Iedereen luisterde met verbazing naar hem. Markus 5, 1-20
Ik zie dan (in afschuw, mag ik er aan toevoegen) de bezeten varkens zich van de rotsen storten:

Terwijl mijn zus het verschil ziet tussen licht en duisternis, tussen Jezus en de demonen:

Waarbij ik dan denk ik wel, zonder geheimen te verklappen, mag toevoegen dat ze geen stempel had voor een zeilbootje. Tenminste niet in de juiste maat. Oh, dat moet ik er misschien even bij zeggen: deze afbeelding heeft ze gemaakt in een zakbijbel!!! Ik vind het al moeilijk om in een Bijbel die speciaal voor Journaling is gemaakt een beetje fatsoenlijke afbeelding te maken. Enfin, het zeilbootje is dus eigenlijk de kuip van een kruiwagen. Ik vond het een tamelijk geniale oplossing!
Zondag mocht ik orgel spelen in de kerk van Petrus en Paulus in Den Helder. Er was mij gezegd dat het orgel gerepareerd was, maar ik vond toch nog een boel dingen die het niet deden. Of in ieder geval niet deden wat ik wilde. Toch lekker gespeeld en de psalm (23) a capella gezongen. Zondag mag ik wéér naar Den Helder, waar heb ik het aan verdiend?! Dan is er weer geen koor noch een cantor, dus mag ik lekker weer een groot stuk spelen tijdens de communie. Ik weet nog niet wat maar ik heb er nu al zin in. Zondagmiddag gaan we altijd naar Moeder. Het was gister zulk mooi weer dat we haar mee hebben genomen naar het bos. En ook uit de auto zijn gestapt bij haar lievelingsplekje. Daar hebben we een tijdje op een bankje gezeten. Tot ze op een gegeven moment zei dat ze nu wel weer naar huis wilde. Ze was nog op tijd voor het avondeten, tomatensoep en spinazietaart.
Mijn verlangen om grootse dingen te doen is misschien wel vooral verwarrend. Misschien zijn de dingen die ik doe, wel groots van zichzelf. Misschien is mijn verlangen een zwervende kluizenaar te zijn wel gewoon een verkeerde afslag. Misschien is mijn zijn en zorg voor anderen, mijn bijna-verslaving anderen dingen te leren en/of opvoedkundig bezig te zijn, misschien zijn dat wel mijn grootse dingen. Misschien is het tijd dat ik mijn gesloten bestaan opnieuw open ga breken. Misschien…. misschien … Moeder zei vroeger altijd dat het leven een kruidkoek was. Het maakt niet uit of je dikke plakken snijdt of dunne, een keer is ie op! Waarbij dikke plakken dan staan voor een groots en meeslepend leven en dunne plakken voor een bescheiden leven in de zijlijn. Denk ik, je kunt het ook anders interpreteren. De keuze om dikke plakken te snijden of juist heel dunne….tsja, dat is een heel persoonlijke!

Wat een mooie hoopvolle conclusie van een mooi blog.
LikeLike
Merci!
LikeLike